Eindtermen
Functionele taalvaardigheid
1 Uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen;
2 Over die informatie reflecteren en ze evalueren;
3 Ingewonnen informatie mondeling gebruiken;
4 Mondeling argumenteren;
5 Eenvoudige informatie schriftelijk formuleren;
6 Zich mondeling duidelijk uiten.
Functionele informatieverwerving en–verwerking
11 Relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en
gebruiken.
12 Informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal begrijpen en gebruiken. 13 Spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie- en communicatietechnologie (ict).
Organisatiebekwaamheid
15 Kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren,
evalueren en indien nodig bijsturen.
16 Kunnen bij groepsopdrachten:
- overleggen en actief deelnemen
- in teamverband instructies uitvoeren
- reflecteren en bijsturen
Tijd- en ruimtebewustzijn
17 zien in op grond van de actualiteit en eigen ervaringen:
- dat er een verband bestaat tussen verleden, heden en toekomst
- dat er culturele verschillen zijn in het dagelijks leven van mensen.
19 kunnen belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken.
Functionele taalvaardigheid
1 Uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen;
2 Over die informatie reflecteren en ze evalueren;
3 Ingewonnen informatie mondeling gebruiken;
4 Mondeling argumenteren;
5 Eenvoudige informatie schriftelijk formuleren;
6 Zich mondeling duidelijk uiten.
Functionele informatieverwerving en–verwerking
11 Relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en
gebruiken.
12 Informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal begrijpen en gebruiken. 13 Spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie- en communicatietechnologie (ict).
Organisatiebekwaamheid
15 Kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren,
evalueren en indien nodig bijsturen.
16 Kunnen bij groepsopdrachten:
- overleggen en actief deelnemen
- in teamverband instructies uitvoeren
- reflecteren en bijsturen
Tijd- en ruimtebewustzijn
17 zien in op grond van de actualiteit en eigen ervaringen:
- dat er een verband bestaat tussen verleden, heden en toekomst
- dat er culturele verschillen zijn in het dagelijks leven van mensen.
19 kunnen belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken.